In het algemeen kunnen we vaststellen dat imkers een dwarsdoorsnede van de samenleving vormen. In De Rosse Bie zitten zowel arbeiders, bedienden maar ook managers en directeuren. Een gemeenschappelijke deler van het type mens -imker – is dat het zeer inventieve, vaak onderzoekende mensen zijn die continu actief op zoek zijn naar mogelijke verbeteringen in het bijen houden met als resultaat zachtere bijen met hogere opbrengsten, verbeterde imkermethoden, nog betere kasten enz. De gevolgen zijn bekend: Er zijn evenveel imkermethoden als er imkers zijn en het aantal type bijenkasten en raammaten is legio.
Stadsimkeren is een begrip. In Londen en Parijs, maar ook in Gent en Brussel worden in het midden van de stad op braakliggende grondjes of op beschutte daken bijen gehouden. Vaak leveren deze stadsvolken goede oogsten op vanwege de vele parken met bloesemende bomen zoals kastanjes, acacia’s, linde, esdoorn… Er wordt zelfs gezegd dat deze honing meer biologisch is dan de “plattelandshoning” gezien het afwezige grootschalige gebruik van pesticiden die meer op het platteland worden gebruikt. Over het algemeen is het goed mogelijk in een ruime achtertuin bijen te houden met als voorwaarde dat het zachtaardige bijen zijn en en ze met enkele maatregelen gedwongen worden omhoog te vliegen. In praktijk ziet of hoort een leek op enkele meters van de kast niet dat er op korte afstand enkele tienduizenden bijen zitten. Er moet wel aan enkele voorwaarden voldaan worden. Meestal staat er in de lokale politieverordening een clausule over het houden van bijen. Meestal houdt dat in dat bijen een aantal meters van de bebouwing en de openbare weg moeten staan. Dit om minder kans op steken en overlast te veroorzaken.
Schrijf je dan in op de nieuwsbrief, die laat je weten wanneer er nieuwsberichten zijn.